NEDERLANDSE POLITIEMISSIE KUNDUZ
Duur:
Krijgsmachtdeel: Koninklijke Marechaussee, Landmacht, Luchtmacht
Politie: Regiopolitie, KLPD (Koninklijke Marechaussee)
Aantal:
Dodelijke slachtoffers:
Achtergronden:
In de nacht van 19 op 20 februari 2010 viel het kabinet Balkenende IV omdat de partijen het niet eens konden worden over een verlenging van de militaire aanwezigheid in de provincie Uruzgan. Het duurde tot het einde van dat jaar voordat alle Nederlandse militairen en het materieel waren gerepatrieerd naar Nederland. De nieuwe verkiezingen zorgden voor een minderheidskabinet van VVD en CDA met gedoogsteun van de PVV. Deze laatste partij was fel gekant tegen een nieuwe missie in Afghanistan. Hoe moest het nu verder? Nederland was nu het enige NATO-land zonder militaire bijdrage (slechts een kleine politiebijdrage aan de NTM-A en EUPOL). Het kabinet koos voor een nieuwe opzet. Nederland zou bijdragen aan de ontwikkeling van Afghanistan door uitvoering te geven aan een motie die eerder was ingediend door D66 en Groen-Links. Hierin werd het kabinet gevraagd om een bijdrage te leveren aan de ontwikkeling van de civiele politie in Afghanistan. Toen het kabinet hier mee instemde en de ‘Artikel 100 Brief’ publiceerde vonden zowel D66 als Groen-Links de missie veel te militair van opzet. Na dagen van spannende onderhandelingen en allerlei toezeggingen gingen beide partijen akkoord met een nieuwe uitzending van 545 politiemensen en militairen naar de provincie Kunduz waar de Duitsers ‘Lead Nation’ zijn.
Mandaat
Het wordt een echte civiele missie in plaats van een paramilitaire opleidingsmissie. Er is geen enkel offensief of militair doel en er zijn garanties geleverd dat niet alleen onze trainers en beschermers, maar ook de agenten die door de Nederlanders worden opgeleid, niet zullen worden ingezet bij offensieve operaties. Als dit toch gebeurt worden er maatregelen getroffen met als uiterste sanctie dat de missie wordt beëindigd. De militairen die met deze missie meegaan, zullen zich bezig houden met civiele politietraining en met de bescherming van trainers en de agenten die worden opgeleid.
De opleiding van de agenten wordt drie keer zo lang: niet 6 maar 18 weken. Waar eerst het accent lag op paramilitaire activiteiten, is dat nu verschoven naar echte civiele componenten. Zo komt er meer aandacht voor mensenrechten, etnische en culturele verschillen, corruptie, wetskennis en vrouwenrechten.
Ook komen er voor alle agenten die worden opgeleid lessen in lezen en schrijven.
De agenten die door de Nederlanders zijn opgeleid, krijgen na het succesvol beëindigen van de training een scherfvest mee en eventueel andere benodigde uitrusting.
Nederland krijgt het laatste woord bij de selectie van de rekruten die deel gaan nemen aan de training. Na afronding van de training zullen de agenten via een tracking systeem worden gevolgd en zullen er terugkomdagen voor ze worden georganiseerd. Op die manier komen ze er na afronding van de training niet alleen voor te staan.
Nederland neemt afstand van de strategie van de NAVO om zo snel mogelijk zo veel mogelijk politieagenten op te leiden. Kwaliteit staat boven kwantiteit. Er zal worden opgeleid volgens een eigen 'Dutch Approach'.
Om te voorkomen dat de door Nederland opgeleide politiemannen toch ingezet kunnen gaan worden voor (para)-militaire taken wordt er bij de Afghaanse regering sterk op aangedrongen om meer legereenheden naar Kunduz over te brengen
Na de opleiding van de Afghanen zullen de Nederlanders ingezet worden als POMLT's (Police Observation Monitoring Liaison Team) om deze Afghaanse politiemensen verder te begeleiden in de praktijk.
Nederland zal zich ook actief inzetten voor een politieke oplossing voor Afghanistan.
Er zullen veel meer justitie, bestuurlijke en politieke experts met de missie mee worden gestuurd om de justitieketen echt te kunnen verbeteren en het Afghaanse bestuur te versterken.
De Nederlandse F-16’s worden ingezet om bermbommen op te sporen, maar ze kunnen ook worden ingezet in acute noodsituaties van onze troepen of van bondgenoten. Afgesproken is dat Nederland altijd zelf het laatste oordeel heeft bij inzet van de F-16’s en dat er uiterste zorgvuldigheid en terughoudendheid wordt betracht.
Als blijkt dat de veiligheidssituatie in Kunduz ernstig verslechterd, dan zullen alle troepen en rekruten op de compound blijven. Als de situatie zo slecht blijft, dan wordt de missie in Kunduz beëindigd.
De missie zal niet uit geld voor ontwikkelingssamenwerking worden gefinancierd. Ook zal er extra geld beschikbaar komen voor maatschappelijke organisaties in Afghanistan. Ook dit zal niet uit de huidige middelen voor ontwikkelingssamenwerking worden gefinancierd.
Nederlandse bijdrage aan de missie
In totaal zullen 545 Nederlanders starten in deze nieuwe missie. Hiervan zijn 40 politiemensen van de Regiopolitie en KLPD en 50 van de Koninklijke Marechaussee. Verder zijn er 125 militairen ter ondersteuning bij de opleiding van de Afghaanse politiemensen voor de vakken die te maken hebben met de survivability. Van de overige militairen die dienen ter bescherming van de missie maken er 70 deel uit van de staf en zijn er 120 ter ondersteuning van de vier F16 gevechtsvliegtuigen. Nederland heeft niet gekozen voor een duidelijke exit-strategie maar het kabinet zal de situatie in 2014 opnieuw bezien.
|